Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maak Uw weldadigheden [13]wonderbaar, Gij, Die verlost degenen, die op [U] betrouwen, van degenen, die tegen Uw [14]rechterhand opstaan! 13. David wil zeggen dat hij in zulk een gevaar en nood was, dat hij niet kon behouden worden zonder een wonderlijke hulp des Heeren. 14. Waarmede Gij uw volk beschermt en verlost. Anders, Gij die met uwe rechterhand verlost degenen, die [op U] betrouwen, van degenen, die [tegen hen] opstaan.